dinsdag 20 juni 2017

Margaretha van Antiochië - Evolutie


"The cult of St. Margaret first developed in the eastern Church (the first extant Lives in Greek date from the ninth century), where she was known as Marina and usually portrayed as seizing a demon, about to strike him with a hammer. Her victory over the demon caused Marina to be regarded as a protector against demonic powers generally.
Once her cult became established in the West, her intercessory power became more specific and included protection for newborns against demonic possession and other birth defects. Eventually she came to be identified as a protector of both mother and child during and immediately after birth [...]."
[Sherry L. Reames (Ed.), Middle English Legends of Women SaintsKalamazoo, Michigan (Medieval Institute Publications), 2003]

"Dit maakte haar tot 1 van de 3 vrouwelijke noodheiligen, en daarmee lid van een keure van veertien heiligen die behalve individueel ook als groep worden vereerd en aangeroepen. Ze staan ook bekend onder de naam Veertien Heilige Helpers. Zij worden helpers genoemd omdat zij in het bijzonder zouden helpen bij allerhande ziektes en aandoeningen, elk van hen had zijn specialiteit en als je ze tezamen aanriep was je er zeker van dat er toch wel één zou helpen om te voorkomen wat je op je pad zou kunnen kruisen."
[Wikipedia, dd. 10/06/2017]

Anonymus, 14 Noodhelpers, ca.1510, Liebfrauenmünster,
 Wolframs-Eschenbach, Landkreis Ansbach Kreuzauffindungsaltar
H. Margaretha staat uiterst links


"Another notable feature of the Lives of St. Margaret is the way they seem to reflect the needs of particular audiences by means of the particular petitions in Margaret's final prayer. Petitions for the preservation of chastity, safe childbirth and healthy offspring, protection from other kinds of danger, and forgiveness of sins suggest the wide range of believers who might turn to this saint in times of trouble. The claims for Margaret's power as an intercessor also became a matter of concern for some reform-minded clergy; and later versions of her legend sometimes water down the contents of her final prayer [into] general assurances of comfort and grace [...]."
[Sherry L. Reames (Ed.), Middle English Legends of Women Saints, zie ook hoger]

Haar feestdag viel op 20 juli: in 1969 schrapte het Vaticaan haar van de officiële kalender, omwille van het onhistorische karakter van haar vita, dat reeds door de Legenda Aurea (een verzameling heiligenlevens daterend uit ca 1290), als apocrief werd beoordeeld. Individueel mag je Margaretha echter nog wel vereren.

Margaretha van Antiochië - Bijstand

De legendarische kracht van de heilige Margaretha waarmee ze de duivel bij de haren grijpen kon, neergooien en vastbinden, stond garant om moeders te sparen van blinde of doofstomme kinderen, die werden beschouwd als door de demon bezeten.

Bij uitbreiding werd haar bijstand afgesmeekt:

Anonymus, H. Margaretha van Antiochië, boekverluchting, 
Bibliothèque nationale de France, Latin 10532, detail van fol. 380.

"- tegen barensweeën (ze ontsnapte uit de buik van de draak, ze werd 'verlost'; net voor haar onthoofding vroeg ze God dat elke vrouw die haar in barensnood zou aanroepen een gezond kind ter wereld zou brengen); tegen een tekort aan melkproductie: indirect wordt ze zo ook schutspatrones van de voedsters en vroedvrouwen; tijdens de bevalling kregen de aanstaande moeders soms een gordel (waarmee ze de draak bedwong) met een relikwie van de heilige op het lichaam gelegd, of ze droegen om hun middel een gewijd lint dat in aanraking was gekomen met de relikwie, of soms ook gewoon rode lintjes
- tegen 'moederkwaal' (hysterie)
- tegen kinkhoest (in Wijlegem bijvoorbeeld, offeren moeders een geldstuk dat eerst door het kind werd gekust aan de heilige om zo de kwaal over te dragen)
- tegen buikpijn en krampen bij kinderen
- tegen echtelijke onvruchtbaarheid
behoud van kuisheid (omwille van haar vastberadenheid)
soms staat ze ook nierpatiënten bij (de nieren vormen als het ware een gordel romd het middel)
en wordt haar schutspatronaat uitgebreid tot de verpleegsters"
[Jo Claes, Alfons Claes en Kathy Vincke, Sanctus: Meer dan 500 heiligen herkennen, Leuven (Davidsfonds en Uitgeverij KOK), 2002, 320 p.]



Lucas Cranach, H. Margaretha van Antiochië, 1513,
zwarte inkt / pen op papier, 17,7 x 13,1 cm, Dessau, Anhaltinische Gemäldegalerie

"Because of the promises made just before Margaret's death to assist anyone - especially women in childbirth - who has her life written down, reads it, or has it read to them, extant copies of her legend are quite common, some of them written on long strips of parchment which were fastened around the abdomens of women in labor.
Rhymes [...] made [...] the saint's life easy to memorize, as well as entertaining for those who heard it read or recited aloud. The [...] strong emphasis on childbirth highlights the importance of St. Margaret for laywomen, and it is easy to imagine [it] being utilized as a means of comfort during labor.
[Other versions seem] intent on reminding them that the cult of St. Margaret should be connected with the sacraments of the church, not turned into a matter of private observances at home.
[Wikipedia & Catholic Encyclopedia, d.d. 08/06/2017]

Detail van een miniatuur van H. Margaretha van Antiochië,
 Getijdenboek, Use of Sarum, de Nederlanden,
3de kwart van de 15de eeuw, London, British Library, Harley MS 2985, f. 37v

Margaretha van Antiochië - Iconografie

But in art, she is usually pictured escaping from, or standing above, a dragon. "
[Wikipedia & Catholic Encyclopedia, d.d. 08/06/2017]

In sommige versies van haar verhaal wordt de link gemaakt met Sint-Joris die de draak verslaat en haar zo bevrijdt. Meestal doet ze het echter zelf: soms steekt ze een kruisstaf in de muil van de draak of houdt ze hem aan de lijn.

De attributen die met haar worden afgebeeld op kunstwerken en amuletten en waaraan we haar kunnen herkennen zijn:
- een draak (bijt meestal in een stuk van haar mantel)(soms draagt de draak een eenhoorn: symbool voor zuiverheid en genade, kon alleen gevangen worden door een maagd)[In Vlaanderen is de draak soms door een everzwijn vervangen]
- een ketting of gordel waarmee ze de draak in bedwang houdt
- (een kleine draak en) een boek in haar hand (waarin haar leven beschreven staat)
- een kruis(staf) (waarmee ze de draak verslaat)
- een duif (die haar in de gevangenis troostte, symbool voor de H. Geest)
- een vuur (duidt op de poging haar levend te verbranden)
- een (schaal, vaas of) ketel (waarin ze haar, al of niet in kokend water, probeerden te verdrinken)[nvdr: nog geen voorbeeld gevonden, dd. 19/06/2017]
- een zwaard (onthoofding)
- een herdersstaf (ze hoedde schapen toen Oliberius haar zag)
witte bloemen (margrieten)
- een krans van parels of een parelsnoer (het Latijnse 'margarita' betekent 'parel')
- een kroon (duidt op haar maagdelijkheid; de 'kroon der rechtvaardigheid' duidt op haar martelaarschap; men aanzag haar soms ook voor de koningsdochter die door Sint-Joris van de draak bevrijd werd)
- een palmtak of een toorts (duidt op haar martelaarschap)
[Jo Claes, Alfons Claes en Kathy Vincke, Geneesheiligen in de Lage Landen, Leuven (Davidsfonds en Uitgeverij KOK), 2005, 334 p.); idem, Sanctus: Meer dan 500heiligen herkennen, Leuven (Davidsfonds en Uitgeverij KOK), 2002, 320 p.) & Kees van Kemenade en Paul Spapens, 365 Heiligendagen: Folklore, gebruiken, iconografie, legenden, namen, weerspreuken, Eindhoven/Hapert (Kempen Peers), 1993, 336 p. ]

In de Oosterse orthodoxe kerk (de Marina-variant) wordt vooral de hamer afgebeeld in combinatie met een antropomorfe zwarte demon.


DRAAK (bijt stuk van haar mantel)
Anonymus, H. Margaretha van Antiochië, boekverluchting,
Book of Hours, France (Troyes?), c. 1460 – c. 1470, Harley MS 2974, f. 165v


DRAAK met EENHOORN & KRUIS
Anonymus, H. Margaretha van Antiochië, boekverluchting, ca. 1440

DRAAK, PALMTAK, KETTING & ZWAARD
Anonymus, H. Margaretha van Antiochië, bidprentje

DRAAK, KRUIS & GORDEL
Titiaan, H. Margaretha van Antiochië, 1565, Madrid, Museo del Prado

DRAAK, BOEK, KRUIS & DUIF
Jacob Cornelisz., H. Margaretha van Antiochië, 1520, Phoenix (Arizona)

DRAAK OP BOEK & KROON
Niclaus Geerhaert von Leyden en atelier, H. Margaretha van Antiochië, 1462-1473,
relikwiebuste, walnoot met sporen van 19de-eeuwse polychromie, 50,8 x 45,5 x 29,6 cm, Chicago, Art Institute

DRAAK & KRUIS
Raffaello Sanzio, H. Margaretha, 1518,
olie op populierenhout, 191,3 x 123 cm,
Vienna, Kunsthistorisches Museum, inv. 171

VUUR
Joes de Hollandia (Artibus Patriae?), Het leven van de H. Margaretha, 1544,
rechterdeel drieluik, olieverf op paneel, Antwerpen, KMSKA, inv. 5065-5069

DRAAK & HERDERSSTAF
Francisco de Zurbarȧn, H Margaretha van Antiochië, 1630-34,
 olie op canvas, 163 x 105 cm, London, National Gallery, inv. NG930


WITTE BLOEMEN, DRAAK, KRUISSTAF & ZWAARD
Anonymus, H. Margaretha van Antiochië, bidprentje

DRAAK, PARELSNOER & PALMTAK
Theodor van Thulden (1606 -1669), H. Margaretha van Antiochië, olie op canvas, 63,5 x 50,8 cm

DRAAK, GORDEL, PALMTAK & KROON
Cristoforo Roncalli (1552-1626), H. Margaretha van Antiochië, olie op doek, 110,9 x 84,5 cm

DRAAK & PALMTAK
Raffaello Sanzio (ontwerptekening) / Giulio Romano (uitvoering),
H. Margaretha, 1518, olie op doek, 178 × 122 cm, Paris, Louvre, inv. 607


"St. Margaret of Antioch was one of the most popular saints among the laity in medieval [Europe], primarily because of her association with childbirth. Many churches housed side altars or images of this saint and had guilds dedicated to her.
St. Margaret is also one of the most common subjects for wall paintings [in England]; some churches have her entire life - as many as twenty scenes - adorning their walls. When hearing the story of Margaret retold on her feast day (July 20), many people could have followed along by looking at the images painted on the walls of their own church."
[Sherry L. Reames (Ed.), Middle English Legends of Women Saints, Kalamazoo, Michigan (Medieval Institute Publications), 2003]

Margaretha van Antiochië - Relikwieën


Reliekhouder met de rechterhand van de H. Margaretha van Antiochië (Marina), Vatopaidi (Mount Athos)
Het is deze hand die de duivel bij de haren greep, op de grond dwong en vastbond.

"Haar lichaam werd in de elfde eeuw door de kruisvaarders naar Europa gebracht [1185] en bevindt zich in Monte-Fiascone (Toscane) [...] Petrus Camus, bisschop van Belley, in Frankrijk, die in de 16de eeuw leefde, verhaalt [in Hom. de reliquiis] dat in zijnen tijd al de edelvrouwen te Parijs eenen riem, ter eere van Sinte Margarete gewijd, in barensnood, droegen om een goede verlossing te bekomen. [...]
Te Rome bewaart men eene ribbe, een deel des schedels en eenige andere beenderen der H.Margareta. Haren cingel te Parijs in de kerk van St Germaan ter Weiden bewaard, werd op 6 September 1556 gestolen, uitgenomen een klein deeltje welk er, in 1727, nog te vereeren was. In die kerk bevindt zich ook de kinne der Heilige, gesloten in een rijk zilveren beeld, ten jare 1608 geschonken door de koningin Maria de Medicis. In Spanje en Portugal rusten insgelijks merkweerdige reliquieën van Ste Margariet. Onder anderen te Lissabon in St Rochus' kerk, bewaart men eene reliquie der Heilige, haar geschonken, met andere H. Panden, door den H. Franciscus de Borgia en zijne huisvrouw Francisca van Arajonië.
De kerk van Anderlecht, bij Brussel, bezit een deel des schedels. In St Donaaskerk te Brugge rustte voor de fransche omwenteling het schouderbeen der Heilige en in de kerk der minderbroeders het linkerhand, welk haar geschonken werd ten jare 1235 door Margareta van Constantinopelen,
moeder van Gwijde van Dampierre en waarvan de kerk van Lichtervelde, op 17 Februari 1685, een lid van eenen vinger ontving. Te Doornijk in de kerk van Sinte Margareta vereert men een groot gebeente der Heilige. De parochiale kerk van Baardegem, bij Aalst, der H. Margareta toegewijd, ontving van Jaak Boonen, aartsbisschop van Mechelen, op Zondag 7 Juli 1656, eenige beenderen der H. Patrones. In 't bisdom van Gent is de H. Margareta nog patrones der parochiale kerken van Elverzele, Neygem, Grimbergen bij Dendermonde en Ste Margriet bij Eecloo. In 't bisdom van Brugge is zij patrones van Geluvelt en van 't begijnhof te Kortrijk en te Knocke te zaam met den H. Donatiaan. Te Geeraardsbergen was zij patrones van 't begijnhof; doch sedert de slechting van dit hof zijn hare reliquieën en eeredienst overgegaan naar de kerk van het hospitaal. Hare eeredienst bestaat ook in St Baafskerk te Gent, waar zij eene kapel heeft; te Aalst in St. Martinuskerk; te Brugge in St Salvators' kerk, te Luik in St Margaretas' kerk, te Keulen, te Sint-Oden-Roeij bij Eindhoven, enz."
[AnonymusHet leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]

"Rond de jaren 1200 werd het hoofd der Heilige (wonderbaarlijk?) teruggevonden onder het hooge altaar van Gemmelaus [Gembloux] op den feestdag zelve der martelares. Volgens het looden getuigschrift, dat men in het vierkante steenen sarkofaag vond, werd deze uitzondeerlijke relikwie door Keizer Otto I (912-973) aan Gemmelaus geschonken bij het opbouwen der abdijkerk (ca. 946). [...] In den bekenden brief van Othelbold aan gravin Otgiva (ca 1020) bericht Vader Abt over de relieken in S. Baafs bewaard."
[D.A. Stracke, S.J., 'Twee Middelnederlandsche Legenden der H. Margaretha van Antiochië', Ons Geestelijk Erf 12 (1938), pp.275-276]

Margaretha van Antiochië - Litanieën





Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, 
Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 55-60



overgenomen uit Jo Claes, Alfons Claes en Kathy Vincke, Geneesheiligen in de Lage Landen,
 Leuven (Davidsfonds en Uitgeverij KOK), 2005, 334 p.

Margaretha van Antiochië - Lofzang


Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, 
Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), p. 61


Deze 'oude' lofzang dateert (minstens) uit de 15de eeuw: "Hetzelfde gedicht met enkele kleine spellingsvarianten is terug te vinden in het Hulthems handschrift(ca 1410 geschreven) [...] Denzelfden lofzang vond ik terug in een Brusselsch Hsch. (19551 Cod. 842, fol. 73) dat ook in de XVe eeuw dateert." 
[D.A. Stracke, S.J., 'Twee Middelnederlandsche Legenden der H. Margaretha van Antiochië', Ons Geestelijk Erf 12 (1938), pp.267-268]

Margaretha van Antiochië - Oraties

"In dit hsch. [uit de 2de helft der XVde eeuw ?] waar AGNES en CATHARINA met 'n geheel officie, BARBARA, CECILIA, URSULA, MARIA MAGDALENA, S. ANNA, ELISABETH, GEERTRUYT, CLARA, AGATHA, LUCIA, CHRISTINA, JULIANA, DOROTHEA, met 'n Hymnus, Antifoon en Oracie worden bedacht, krijgt MARGARETHA [...] de twee volgende Oraties (fol. 266)."


ORACIO MARGARITE

O heilige gloriose martelersche com my arme sonders te hulpen Ende neme mi ut allen noden ende anxte sienlic ende onsienlic ende soe du belavest hebste allen dengenen die di aenropene en guedertieren hulpersche te wesen soe stant op in mynre hulpen bi den alre oversten richter Op dat ic moet werden uitghenomen van alre tribulacien ende seggen mach lof ende glorie god onser vader in ewicheyt.


VAN SANCTE MARGRITE

O here ihesu christe ontferme di mynre ende en verlies myn siele niet mytten boesen noch min leven mitten blodigen menschen O here ihesu christe laet mij alsoe in di verblijden ende mijn siele en moet niet bevlect noch mijn licham ende synne en moeten niet verwandelt werden van lelicheit ende sotheit des viants Mer sende mi dynen engel te antworden den blodigen rychter. Amen.

[D.A. Stracke, S.J., 'Twee Middelnederlandsche Legenden der H. Margaretha van Antiochië', Ons Geestelijk Erf 12 (1938), pp.272-273]

Margaretha van Antiochië in Vlaanderen

De volksdevotie rond de H. Margaretha blijft voortleven tot in onze tijd - ook in onze contreien -, in kunstwerken, naar haar genoemde kerken, rituelen en processies.

Joes de Hollandia (Artibus Patriae?), Het leven van de H. Margaretha, 1544,
rechterdeel drieluik, olieverf op paneel, Antwerpen, KMSKA, inv. 5065-5069



Aalst
(Oost-Vlaanderen)

"Hare eeredienst bestaat ook [...] te Aalst in St. Martinuskerk."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Anderlecht
(Brussel)

"De kerk van Anderlecht, bij Brussel, bezit een deel des schedels."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Baardegem
(Oost-Vlaanderen, deelgemeente van Aalst)
(Kinkhoest)

"De parochiale kerk van Baardegem, bij Aalst, der H. Margareta toegewijd, ontving van Jaak Boonen, aartsbisschop van Mechelen, op Zondag 7 Juli 1656, eenige beenderen der H. Patrones."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Op 20 juli 1954 ging in Baardegem een grote Margaretha-processie uit. Volgende foto's vonden we op de blog 'Herinneringen aan mijn jeugd' van Eric De Bie [dd. 20/06/2017].








Brugge

(West-Vlaanderen)

"In St Donaaskerk te Brugge rustte voor de fransche omwenteling het schouderbeen der Heilige en in de kerk der minderbroeders het linkerhand, welk haar geschonken werd ten jare 1235 door Margareta van Constantinopelen, moeder van Gwijde van Dampierre. [...]
Hare eeredienst bestaat ook [...] te Brugge in St Salvators' kerk."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Elverzele
(Oost-Vlaanderen, deelgemeente van Temse)

"In 't bisdom van Gent is de H. Margareta nog patrones der parochiale kerken van Elverzele, Neygem, Grimbergen bij Dendermonde en Ste Margriet bij Eecloo."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Geluveld
(West-Vlaanderen, deelgemeente van Zonnebeke)

"In 't bisdom van Brugge is zij patrones van Geluvelt en van 't begijnhof te Kortrijk en te Knocke te zaam met den H. Donatiaan."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Op de blog van Sint-Margaretha Geluveld [dd. 20/06/2017] vonden we volgend relaas van Guido Vermeulen over de 'rijve' van Sint-Margaretha:




"Op zaterdag 24 juli 1975 op de vooravond van de plechtigheid van Sint-Margaretha en n.a.v. de herdenking van vijftig jaar heropbouw van de kerk, werd het schrijn [...] vooraan in het koor geplaatst. Zij werd helemaal opgefrist en op een met rood tapijt bedekte sokkel geplaatst om dienst te doen als hoofdaltaar. Voordien had ze al op tal van andere plaatsen in de kerk gestaan en wijzigingen ondergaan.

Het pronkstuk was op 2 mei 1925 om drie uur in de namiddag met de tram te Geluveld aangekomen. Op een speciale wagen vergezeld van een stoet schoolkinderen werd ze naar de kerk gebracht en in het midden van de kerk opgesteld. De rijve werd vermoedelijk door pastoor Michel Delrue besteld bij het huis Lemaire te leper en kostte toen 15.000 fr., wat in die tijd een heel vermogen was. Aan de voeten van de heilige liggen haar marteltuigen: een hamer, een roskam, een nijptang en een zwaard. In haar hals is een dun straaltje bloed zichtbaar wat op haar onthoofding wijst.




Een zwart-wit postkaart, daterend van de jaren dertig laat duidelijk zien dat het verder afgedekt is met een prachtig gesculpteerd deksel, bekroond met het kruis en de palmtakken van haar martelaarschap. Vooraan is een medaillon bevestigd met de inscriptie 'Corpus S. Margarithe' en de lelietakken van haar maagdelijkheid.. [...] Gedurende de 'Margrietedagen' plaatste pastoor Delrue de rijve van de heilige Margaretha in het midden van de kerk. Daar werd dan de mis opgedragen. Voor die periode was dat zeer ongebruikelijk en liturgisch heel vooruitstrevend.

In 1933 deed pastoor Serafien Inghelram een hartstochtelijke oproep aan alle parochianen om maar eens diep in de portefeuille te tasten voor een nieuw hoofdaltaar in zijn kerk. Zo wilde hij vooral de bedevaarders van elders imponeren. De rijve werd nu onder het hoofdaltaar geplaatst en met een houten antipendium, passend in de stijl van het kerkgebouw, afgeschermd. Daarvoor moest echter het deksel en ook het voetstuk eronder weggenomen worden. Zo zijn het medaillon en de palmtakken verdwenen omdat de rijve te hoog was om onder het altaar geschoven te worden. Het schrijn werd slechts gedurende de noveen en de feestdag van Sint-Margaretha midden in het koor op een rood tapijt geplaatst. De mensen die de ommegang deden gingen dan biddend driemaal rond het schrijn en de plotse confrontatie met het beeldschoon wassen gezicht van Sint-Margaretha die met het hoofd naar de bedevaarders gekeerd lag, bezorgde veel mensen kippenvel van devotie en ontroering!

Onder pastoor Hugo Claerebout verhuisde de rijve in 1991, die als vervangaltaar dienst deed sinds 1975, naar de plaats van het zijaltaar van het H. Hart in de rechterzijbeuk. Dit marmeren zijaltaar werd mits enkele aanpassingen het nieuwe hoofdaltaar. In de zijbeuk kan men ook een brandraam van Sint-Margaretha bewonderen en staat haar devotiebeeld. Deze verandering viel bij sommige parochianen niet in goede aarde omdat Margareta nu averechts ligt met haar hoofd naar de buitenmuur en met het gezicht van de mensen afgewend. De reden zou zijn dat de rijve aan de achterkant minder afgewerkt is. Een bijkomende reden blijkt te zijn dat een liturgische regel voorschrijft dat een opgebaard lichaam steeds met de voeten naar het altaar moet gekeerd liggen. Alleen een overleden priester wordt opgebaard met het hoofd naar het altaar. Volgens de visie van pastoor Claerebout kan een heilige ook nooit centraal staan in het kerkgebouw. Zijn opzet was alles tot één geheel te brengen in de zijbeuk: het brandraam, het devotiebeeld én de rijve van Sint-Margaretha. Dichtbij konden dan kaarsjes worden geofferd en gebedskaarten aangeschaft. In het intentieboek mochten smeekbeden worden neergeschreven. Pastoor Hugo Claerebout liet verder het oude gepolychromeerd neogotisch beeld van Sint-Margereta uit de sacristie herstellen door de Antwerpse kunstenaar Pierre Opsomer en hij liet er meteen honderd afgietsels van maken. De bedevaarders en de parochianen konden bij aankoop kiezen uit drie modellen: zuiver witte gips, geel gekleurd of gepolychromeerd.

Later heeft zijn opvolger pastoor Guido Dereu een glazen zijwand van de rijve laten wegnemen om het lichaam van Sint-Margaretha met het hoofd naar het altaar te draaien. Deze ingreep schonk echter geen voldoening omdat men het gevoel had dat het beeld zich 'uit de voeten' wou maken en zo is ze blijven liggen zoals op vandaag."


Gent
(Oost-Vlaanderen)

"Hare eeredienst bestaat ook in St Baafskerk te Gent, waar zij eene kapel heeft."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Geraardsbergen

(Oost-Vlaanderen)

"Te Geeraardsbergen was zij patrones van 't begijnhof; doch sedert de slechting van dit hof zijn hare reliquieën en eeredienst overgegaan naar de kerk van het hospitaal."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Grembergen
(Oost-Vlaanderen)

"In 't bisdom van Gent is de H. Margareta nog patrones der parochiale kerken van Elverzele, Neygem, Grembergen bij Dendermonde en Ste Margriet bij Eecloo."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Knokke
(West-Vlaanderen)

"In 't bisdom van Brugge is zij patrones van Geluvelt en van 't begijnhof te Kortrijk en te Knocke te zaam met den H. Donatiaan."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Kortrijk
(West-Vlaanderen)

"In 't bisdom van Brugge is zij patrones van Geluvelt en van 't begijnhof te Kortrijk en te Knocke te zaam met den H. Donatiaan."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


Lichtervelde
(West-Vlaanderen)
(kinderziekten, buikpijn, krampen)

Sint-Margaretha wordt te Lichtervelde al eeuwen vereerd, getuige onderstaand bedevaartvaantje.

"In St Donaaskerk te Brugge rustte voor de fransche omwenteling het schouderbeen der Heilige en in de kerk der minderbroeders het linkerhand, welk haar geschonken werd ten jare 1235 door Margareta van Constantinopelen, moeder van Gwijde van Dampierre en waarvan de kerk van Lichtervelde, op 17 Februari 1685, een lid van eenen vinger ontving."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


overgenomen uit Jo Claes, Alfons Claes en Kathy Vincke, Geneesheiligen in de Lage Landen,
 Leuven (Davidsfonds en Uitgeverij KOK), 2005, 334 p.



Lier
(Antwerpen)

Marc Antonio Garibaldo, Onthoofding van de H. Margaretha van Antiochië,
1651-1700, altaarschilderij, olie op schilderdoek, 245 x 149 cm,  Lier (Begijnhof), Sint-Margaretakerk



Neigem
(Oost-Vlaanderen, deelgemeente van Ninove)
(barensnood)

"In 't bisdom van Gent is de H. Margareta nog patrones der parochiale kerken van Elverzele, Neygem, Grimbergen bij Dendermonde en Ste Margriet bij Eecloo."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]

Vrouwen dragen er gewijde draadjes mee en binden ze rond de heupen.
[Jan Grauls, Volkstaal en volksleven in het werk van Pieter BruegelAntwerpen (N.V. Standaard-Boekhandel), 1957, p. 14-15]


Bidprentje en bedevaartvaantje (beide overgenomen uit Jo Claes, Alfons Claes en Kathy Vincke, Geneesheiligen in de Lage Landen, Leuven (Davidsfonds en Uitgeverij KOK), 2005, 334 p.).


Sint-Margriete
(Oost-Vlaanderen, deelgemeente van Sint-Laureins)

"In 't bisdom van Gent is de H. Margareta nog patrones der parochiale kerken van Elverzele, Neygem, Grimbergen bij Dendermonde en Ste Margriet bij Eecloo."
[Anonymus, Het leven der H. Margareta, maagd en martelares, 1884, Aalst/Gent (Van de Putte-Goossens / Leliaert, Siffer en cie), pp. 46-49]


H. Margaretha van Antiochië, Sint-Margriete, Sint-Margarethakerk



Tielen
(Antwerpen, deelgemeente van Kasterlee)

Anonymus, H. Margaretha van Antiochië, veelluik,
1501-1550,  olieverf op paneel, 224 x 264 cm, Tielen, Sint-Margaratakerk



Tongeren
(Limburg)


Tongeren zou een stukje schedel van de heilige bezitten
[nvdr: geen specifieke kerk teruggevonden]
[Jan Grauls, Volkstaal en volksleven in het werk van Pieter Bruegel, Antwerpen (N.V. Standaard-Boekhandel), 1957, p. 14-15]


Wintam
(Antwerpen, deelgemeente van Hingene)

Anonymus, H. Margaretha van Antiochië, 1601-1700,
 schilderdoek, 135 cm, Wintam (Hingene), Sint-Margarethakerk

zaterdag 10 juni 2017

Margaretha van Antiochië - Verhaal



"According to the version of the story in Golden Legend, she was a native of 'Antioch' and the daughter of a pagan priest named Aedesius. Her mother having died soon after her birth, Margaret was nursed by a Christian woman five or six leagues (15-18 miles) from Antioch. Having embraced Christianity and consecrated her virginity to God, Margaret was disowned by her father, adopted by her nurse, and lived in the country keeping sheep with her foster mother (in what is now Turkey). Olybrius, Governor of the Roman Diocese of the East, asked to marry her, but with the demand that she renounce Christianity.

Upon her refusal, she was cruelly tortured, during which various miraculous incidents occurred: an attempt was made to burn her, but the flames, we are told in her Acts, left her unhurt. She was then bound hand and foot and thrown into a cauldron of boiling water, but at her prayer her bonds were broken and she stood up uninjured. Finally the prefect ordered her to be beheaded. [She was put to death in AD 304 (ca.)]



Anonymus, De H. Margaretha ontsnapt uit het lichaam van de draak,
1540-1560, houtsculptuur, hoogte 98 cm, Nivelles, Sainte Gertrude kerk, cat. NB/8


vrijdag 12 mei 2017

Benen en Ijzeren Schaatsen

detail uit Pieter I Bruegel, De slibberachtigheyt van 's menschen leven: Ijsvermaak op de vestingsgracht nabij de Sint-Jorispoort, gravure door Joannes Galle, 1553 [BALaT KIK-IRPA], 20,7 x 23,2 cm, coll. Museum Plantin-Moretus

[wat volgt komt uit de tentoonstellingscatalogus Van nederzetting tot metropool - archeologisch - historisch onderzoek in de Antwerpse binnenstad, Antwerpen (Volkskundemuseum), 1983, pp. 129-131 - de tentoonstelling liep van 3 december 1982 tot 17 april 1983]

"Schaatsen is van oudsher een van de belangrijkste wintersporten geweest. In tegenstelling tot onze huidige schaatsen, die vanaf de 15de eeuw gebruikt werden, waren de [...] schaatsen gemaakt uit dierenbotten. Deze botten, vooral middelhands- (metacarpus) en middelvoetsbeen (metatarsus) van paard en rund, werden nadat ze ontdaan waren van vlees en huid, aan de voorzijde (dorsaal) met een mes bijgewerkt en geslepen.
Dat het gebruik van [de vroegste] benen schaatsen niet kan vergeleken worden met deze van de huidige stalen schaatsen zal voor iedereen wel duidelijk zijn. Aangezien de typische schaatsbeweging, zoals wij die met stalen schaatsen kennen, met de platte beenderen niet mogelijk was, bewoog men zich als glijdend voort met behulp van prikstokken.
Daarom spreken we hier beter over glissen of glijders.

Glijden op benen schaatsen


Uit ooggetuigenverslagen leren we wat meer over hun gebruik. Een aardige beschrijving van dit rijden op glijbeenderen treft men aan bij Fitzstephen. Deze secretaris van de aartsbisschop Thomas Becket verhaalt in 1180 in zijn beschrijving van de stad Londen [dat]:
'de jonge burgers in zijne dagen in grote gezelschappen op het ijs gaan vermaken. Sommigen bevestigen aan hunne schoenen beenderen van de poten van sommige dieren en houden stokken in de hand, beslagen met een ijzeren punt, waarmede zij nu en dan tegen het ijs stoten ; deze lieden gaan even snel als een vogel in de lucht of als een pijl uit een kruisboog.'
(J. Wichers (1888), p. 71 ).

Ook hebben we Alaus Magnus die in 1555 schrijft:
'Er zijn echter anderen die een effen en glad gemaakt ijzer, of ook wel effen beenderen van herten of runderen, welke beenderen om het vet dat zij bevatten een natuurlijke gladheid hebben ter lengte van de voet onder de zolen vastmaken, en daarmede, alleen op glad ijs, zeer snel vooruitgaan en in onafgebroken rit lange banen afleggen.'
We lezen verder dat er ook om prijzen werd gereden:
'Gewoonlijk winnen diegenen de prijs die onder de voeten hertenschinkels hebben vastgemaakt, breed en gelijk geschaafd en gesmeerd met varkensreuzel, want de benen die op deze wijze gesmeerd zijn, kunnen tijdens het rijden niet belemmerd worden door de bevrozen druppels, die door de gaten en spleten, vanwege de grote koude en vorst oprijzen en doordringen boven op het ijs, terwijl dit wel bij ijzer kan gebeuren, hoe goed dit ook geslepen of gesmeerd is.'

[...]
Dezelfde beenderen konden ook gebruikt worden als glijders onder kleine sleetjes.

Te Antwerpen werden 42 glissen gevonden: 21 beenderen van paard (10 metacarpi, 9 metatarsi en 2 radii), 20 waren van rund (10 metacarpi, 6 metatarci en 4 radii) en één metacarpus afkomstig van een hert. Van twee glissen was slechts een fragment bewaard, beide waren afkomstig van rund.
[...] Radii (spaakbeenderen) zijn in mindere mate aanwezig daar deze gebogen beenderen dikwijls meer voorbewerking behoeven.

Bij het merendeel van de beenderen is het distale beenuiteinde (epifyse) bijgewerkt zodat een schuin oplopende kant ontstaat die het glijden moet vergemakkelijken. Ook de hogere delen van het proximale uiteinde werden gewoonlijk afgevlakt.
Al deze voorbewerkingen gebeuren aan de dorsale kant (voorkant) die op het ijs rust. De achterkant van het been waarop de voet rust, vergt voorbereiding bij de radii en soms bij de metapodalia van paard. Het gaat hierbij om het losmaken van de ellepijp van de radius en om het verwijderen van de griffelbeentjes aan de achterkant van de kanonbeenderen bij het paard.

Betreffende de aanhechtingswijze aan de voet konden we 6 typen onderscheiden.
Type 1: 33 exemplaren.
Dit type heeft geen doorboringen. Deze glissen werden niet vastgebonden en werden gebruikt door er los op te staan.
Type 2: 3 exemplaren.
Hierbij hebben we vooraan een transversale doorboring; ook in het proximale gewrichtsvlak, dus in de achterzijde van de schaats bevindt zich een doorboring. Dit gat werd gebruikt om een stokje in te steken. Waarschijnlijk werd de glis met een touw vanaf dit stokje aan de enkel bevestigd. Samen met de voorste doorboring kon de glis stevig aan de voet bevestigd worden.
Type 3: 1 exemplaar.
Hier is er slechts één doorboring, namelijk in de sigittaalkam (distaal beenuiteinde; voorkant van de glis).
Type 4: 3 exemplaren.
Dit type heeft achteraan een 'oog' en vooraan twee schuine doorboringen. Dit maakt uiteraard een stevige bevestiging mogelijk.
Type 5: 1 exemplaar.
Ook hier een doorboring, namelijk achteraan in het gewrichtsvlak.
Type 6: 1 exemplaar.
Achteraan een transversale doorboring en vooraan twee schuine doorboringen.

Vasthechten van een benen schaats


lnteressant is dat de gevonden glijbeenderen tot de verschillende stadia van bewerking behoren. Zoals reeds hierboven vermeld werd het been eerst ontdaan van vlees en huid om het daarna ruw bij te werken met een mes. Aldus werden de hogere gedeelten afgevlakt. Zo werd de glis klaar gemaakt voor gebruik op het ijs; soms ging men er los op staan, andere werden met behulp van een koordje of leren riempje aan de voet vastgemaakt. Dat sommige glijbeenderen erg lang gebruikt werden kan afgeleid worden uit het feit dat er een aantal tot op de mergholte zijn afgesleten."



Pieter I Bruegel, De slibberachtigheyt van 's menschen leven: Ijsvermaak op de vestingsgracht nabij de Sint-Jorispoort, gravure door Joannes Galle, 1553 [BALaT KIK-IRPA], 20,7 x 23,2 cm, coll. Museum Plantin-Moretus


Dichtgevroren Schelde en vestinggrachten in de 16de eeuw

[Delen van onderstaand data overzicht vond ik op de blog van Noël De Mey]

1514-1515: men reed met karren op de Schelde

1517-1518: men reed met karren op de Schelde; gedurende zes weken lang reed men met paard en kar van Rupelmonde naar St.-Bernards

1543-1544: men reed met karren op de Schelde



Pieter I Bruegel, De slibberachtigheyt van 's menschen leven: Ijsvermaak op de vestingsgracht nabij de Sint-Jorispoort, gravure door Joannes Galle, 1553 [BALaT KIK-IRPA], 20,7 x 23,2 cm, coll. Museum Plantin-Moretus

1553-1554: vestinggracht bevroren

Abel Grimmers versie van de prent:

Abel Grimmer, Schaatsrijden op de vestinggrachten van de Sint-Jorispoort te Antwerpen, 1602 [BALaT KIK-IRPA], olieverf op eiken paneel, diameter 18 cm, Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België



Joris Hoefnagel, Ijsvermaak op de toegevroren Schelde te Antwerpen in 1563,
ets, 33,5 x 48,5 cm, Antwerpen, Stedelijk Prentenkabinet

1563: toegevroren Schelde



Bernard vande Putte [cartograaf en kaartsnijder (1528 - 1580)], Gezicht op de bevroren Scheide in 1564, houtsnede, opgenomen in Die Nieuwe Chronijcke van Brabandt oft tvervolch vande oude Mitsgaders Vlaenderen Hollant en
Zeelandt ..., 1565, Antwerpen (uitgegeven door Jan Mollijns)

1564-1565: men reed met karren op de Schelde; er vond een ijskermis plaats

[Volgende teksten over die winter vond ik op meteo.be]

"Den winter van 1564-1565 was soo fel en koudt als oyt mensch hadde gevoelt, het vroos tien weken langh soo dat men ‘tAntwerpen van den tweeden kersdag to op Dry Koninghen dach van ’t jaer 1565 over de Schelde te voet en te peerd rysde, ende uyt nieuwicheyt stelde men daer tenten ende kramen op, alwaer spyse, dranck ende alderhande koopmanschap verkochte.

Uit de 'Incarnatie van die felle vorst de anno xve Lxiiii':

Men sach cleenen Gille gaen over het bierhooft,
C louckelyk om ghelt winnen den tweeden Crisdach
C orts den derden ghingender op cleen en groot
C ooplieden droncken opt schelde groot ghelach
C reemers men daer huerlieder goet oock vercoopen zach,
C oucxkens worstkins bastart ende romenien
L iefvelicken men daer at en dranck zonder ghelach
V an smorghens vrouch tot savons sach men daer lyen
V enus Camenierkens die den sin verblyen
J onckers ende Jonckvrauwen sach men up schelde gaen
I nt aensien dochtet my al vol melodyen
J a wel dacht Ic zal deze merct blyven staen
J anuario den achtsten was tgaen gehedaen.

In dit jaarschrift of chronogram staat de beginletter van iedere versregel voor een Romeins cijfer en als men de optelling van de getalwaarden maakt, vindt men het jaartal van de gebeurtenis (M+5xC+L+2xV+J+I+2xJ = 1000+5x100+50+2x5+1+1+2x1 = 1564)."



Lucas van Valckenborch, Zicht op Antwerpen vanaf de linkeroever tijdens een sneeuwvlaag,
paneel, 42,5 x 63,5, s.d., Frankfurt, Städelsche Museum

[1575]: toegevroren Schelde



Ijsvermaak aan de Rode Poort, gravure (Adriaan Collaert), diameter 14,2 cm, Antwerpen, Stedelijk Prentenkabinet

[1580]: vestinggracht bevroren




Lucas van Valckenborch (1535 of later–1597), Zicht op Antwerpen met de bevroren Schelde / Ijsvermaak op de Schelde voor Antwerpen, 1593, Frankfurt am Main, Städelsches Institut

1590/1593: op basis van bovenstaand schilderij, gedateerd 1590 of 1593naargelang de bron, zou men kunnen afleiden dat ook dan de Schelde bevroren was, maar niets zegt dat Van Valckenborgh de actuele situatie schilderde



1595-1596: zowel de Schelde, de Rijn als de Adriatische zee bij Venetië waren dichtgevroren